Natuur in januari

Heggenmussen beginnen te zingen.
Eksters inspecteren luid krijsend hun nest.
De glanskop begint te zingen.
Bevers schillen de bast van wilgen om hun honger te stillen.
Het blauwvoetkaalkopje groeit op oude paardenvijgen.
In de winter hebben aapjesorchissen een bladrozet.
Tijdens warme winters begint de kleine watersalamander aan de voortplanting.
Konijnen beginnen zich aan de voort-planting te wijden.
Soms is de roffel van de kleine bonte specht al hoorbaar.
De paarse dovenetel staat hier en daar al te bloeien.
De perentakmot vliegt vanaf nu tot eind april.
Het gewoon sterrenmos vormt voortplantingsorgaantjes.
De kolgans is in grote aantallen aan te treffen
De eerste gele narcissen staan nu in bloei.
Als het niet te koud is overwintert de kraanvogel in het land.
Het gewoon gaffeltandmos groeit op zanderige glooiingen en boomstammen.
Koolmezen tjilpen nu zo luidruchtig dat ze binnen te horen zijn.
De sleedoornpage legt haar eitjes in sleedoornstruiken.
Bevers beginnen aan hun bronsttijd.
De boomleeuwerik is aan het zingen.
Het peperboompje staat in bloei.

Planten

Elke plant heeft zijn eigen warmtesom.Er gaat een gerucht dat een uitdaging is voor alle nauwkeurige plantenliefhebbers. Dit namelijk wordt beweerd: meet elke dag vanaf 31 januari op een vast tijdstip de buitentemperatuur. Waarschijnlijk zal dat ergens midden op de dag moeten zijn. Tel het aantal graden dat men vindt op. Zo gauw de som van al die waarnemingen 250 graden Celsius is, bloeit het klein hoefblad. Als de som 500 is geworden, komen de paarsblauwe bloemen van de hondsdraf door. Die 250 en 500 heten de warmtesom. Elke plant schijnt zo zijn eigen warmtesom te hebben die aangeeft wanneer hij rijp is voor bloei.

Aapjesorchissen. In de winter hebben aapjesorchissen een bladrozet.
Dwergmispel draagt bessen
Els. De els gaat bloeien.
Fluitenkruid (eerste bloei)
Gaspeldoorn – Ulex europaeus Bloeitijd: Januari, februari, maart, april, mei en juni, maar ook vaak het hele jaar door.
Gelderse roos draagt bessen
Gele kornoelje (eerste bloei)
Gewone dotterbloem (eerste bloei)
Gewone hoornbloem bloei
Gewoon sneeuwklokje – Galanthus nivalis Bloeitijd: Januari, februari en maart.
Gewoon sneeuwklokje (eerste bloei)
Gewoon sneeuwklokje januari februari maart april
Gewoon speenkruid januari februari maart april
Hazelaar – Corylus avellana Bloeitijd: Januari, februari, maart en april.
Hazelaar januari februari maart
Herderstasje – Capsella bursa-pastoris Bloeitijd: Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Herderstasje januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
Hulst bloeit in mei juni Heeft bessen januari februari maart augustus september oktober november december
In de winter zijn er maar weinig bloemen te vinden. Toch is dit een goede tijd om orchideeën te zien. Sommige soorten overwinteren namelijk als bladrozet: een aantal bladeren dat dicht om de stengel en laag bij de grond groeit. Deze rozetten zijn vaak goed te zien in de winter, omdat plantengroei om de orchidee dan laag of afwezig is. De aapjesorchis voorbeeld van een orchidee met sen bladrozet, die nu te zien Is.
Klein hoefblad januari februari maart april. Dagpauwoog houdt er van.
Klein kruiskruid – Senecio vulgaris Bloeitijd: Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Klein kruiskruid januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
Kleine maagdenpalm – Vinca minor Bloeitijd: April en mei, maar ook (meestal met slechts enkele bloemen) in januari, februari, maart, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Kluwenhoornbloem januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober
Maarts viooltje (eerste bloei)
Madeliefje – Bellis perennis Bloeitijd: Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Madeliefje Januari, februari, maart, april, mei en juni juli augustus
Narcis. De eerste staan nu in bloei.
Paardenbloem lintbloem. Typisch kenmerk. De bloei van de lintbloemen verloopt van buiten naar binnen. Let er daarom bij de composieten of je te doen hebt met alleen lintbloemen, zoals bij de Paardenbloem. Januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december.
Paarse dovenetel januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
Rood peperboompje december januari februari maart april
Stinkend nieskruid – Helleborus foetidus Bloeitijd: Januari, februari, maart, april en mei.
Stinkend nieskruid bladrozet te zien in de winter,
Straatgras – Poa annua Bloeitijd: Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Straatgras tussen de tegels.
Vogelmuur – Stellaria Bloeitijd: media Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Vogelmuur bladrozet te zien in de winter januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december
Vreemd speenkruid – Ficaria ambigua Bloeitijd: Januari, februari en maart.
Vroege krokus – Crocus chrysanthus Bloeitijd: Januari, februari en maart.
Vroegeling – Draba verna Bloeitijd: Januari, februari, maart, april, mei en juni.
Vroegeling januari februari maart april mei juni
Winterakoniet bladrozet te zien in de winter, kan ook al bloeien.
Winterheliotroop – Petasites fragans Bloeitijd: November, december, januari, februari en maart.
Witte dovenetel (eerste bloei)
Witte els (eerste bloei) januari februari maart
Wrangwortel – Helleborus viridis Bloeitijd: Januari, februari, maart en april.
Zwart peperboompje – Daphne aureola Januari, februari, maart en april.
Zwarte els januari februari maart

Vlinders

Atalanta. Te zien.
Citroenvlinder. Te zien.
Dagpauwoog. Te zien.
Distelvlinder zit momenteel in Marokko.
Distelvlinder. Te zien.
Gehakkelde aurelia overwintert als vlinder.
Kleine voorjaarsspanner is te zien. Alleen de mannetjes, want die kunnen vliegen.
Kleine vos overwintert als vlinder in huizen, grotten, spleten, kelders.
Nachtvlinders vliegen nog.
Nachtvlinders. Temperatuur boven nul, nachtvlinders te zien
Perentakmot vliegt vanaf nu tot eind april.
Sleedoornpage legt haar eitjes in sleedoornstruiken.

Vogels

Aalscholvers in Nederland vanuit Noord-Duitsland en de Oostzee.
Aalscholvers zijn op hun mooist! Het broedkleed. De kop is grijs en een grijze dijplek.
Alk. Te zien aan de kust.
Baardmannetje in de kleine rietvelden
Bergeend te zien! Geen eend maar gansachtige. Verbergt (bergt) zijn eieren in holen! Modderaar. Wormen, schelpdieren etc. Op de slikken,
Blauwe kiekendief. Te zien.
Blauwe reiger zoekt zijn nest al op en gaat baltsen.
Blauwe reigers. Vriest het erg, veel sterfte. Weinig voedsel.
Bontbekplevier Te zien.
Bonte kraai is misschien te zien.
Bonte kraai. Te zien.
Boomleeuwerik is aan het zingen.
Brandgans. Te zien.
Brilduiker. Te zien.
Drieteenmeeuw. Te zien.
Drieteenstrandloper. Te zien.
Dwerggans. Te zien.
Eidereenden uit het hoge noorden zijn te zien op de Wadden en de Zeeuwse Delta.
Eksters inspecteren luid krijsend hun nest.
Eksters. Eksternesten goed te zien met dakje tegen predatoren.
Flamingo. Te zien.
Frater is te zien. Groningen, Friesland, op de kwelders. Samen het strandleeuweriken en strandgorzen.
Frater. Te zien.
Glanskop begint te zingen.
Goudplevier is goed te zien. In broedkleed, een prachtige tekening met een witte buik en een gespikkelde rug.
Grauwe gans. Te zien.
Grote bonte specht (eerste roffel)
Grote bonte specht vliegt in een golven
Grote lijster zingt bij zacht weer zingt bij het ochtendgloren.
Grote mantelmeeuwen aan de kust en grote rivieren te zien. Roze poten.
Grote zaagbek. Te zien.
Grote zee-eend. Te zien.
Grutto terug op de weilanden. Voor zover ze er nog zijn.
Heggenmussen beginnen te zingen.
Houtsnip kan te zien zijn.
IJseend héééél af en toe te zien op de Waddenzee.
Kauw zie je de hele winter in groepen.
Kemphaan is te zien maar in een onopvallend kleed.
Kerkuil en de oehoe gaan baltsen.
Kievit is te zien.
Kleine bonte specht. Soms is de roffel van de kleine bonte specht te horen.
Kleine rietgans. Te zien.
Kleine zwaan is te zien.
Knobbelzwanen. Grote groepen knobbelzwanen zijn er te zien.
Kolgans is in grote aantallen aan te treffen.
Kolgans. Te zien.
Kolganzen zijn het meest geteld. Herkenbaar aan de zwarte strepen op de buik.
Koningseider als dwaalgast. Te zien.
Koolmezen tjilpen nu zo luidruchtig dat ze binnen te horen zijn.
Koperwiek. Te zien.
Kraanvogel overwintert als het niet te koud is. Deze maand terugtrek.
Kramsvogel. Te zien.
Kruisbek gaat baltsen.
Kruisbekken uit Scandinavië zijn hier en daar te zien. Veluwe, Drenthe en Utrechtse Heuvelrug.
Lepelaar. Eerste eind februari te zien.
Meerkoeten. Er zijn overal grote groepen meerkoeten te zien.
Middelste zaagbek. Te zien. Delta en Noordzee.
Nonnetje. Te zien.
Noordse stormvogel. Te zien.
Notekraker misschien uit Siberië. Zijn bek bevat een richel om noten te kraken.
Ooievaar. De kans dat je een ooievaar ziet wordt groter.
Paarse strandloper heel af en toe te zien. Gele poten. Paarse gloed over de vleugels.
Raaf gaat baltsen.
Ransuilen bereiden zich voor op de paarvorming. Eind januari.
Ransuilen verzamelen zich in naaldbomen. Begin januari.
Rietgans. Te zien.
Rode wouw. Te zien.
Roodhalsgans is te zien tussen de brandganzen te zien.
Rotgans. Te zien.
Ruigpootbuizerd is ‘s winters voornamelijk aan de kust te zien, eenling. Vooral in vlucht opvallend wit. Trekvogel, in Nederland het meest tussen half oktober en eind november.
Sijsjes eten van de zaden van de elzenproppen.
Slangenarend. Te zien.
Smient. Te zien.
Sneeuwgors. Te zien.
Sneeuwgors: Kijktip.
Strandleeuwerik is een mooi vogeltje dat in de zomer helemaal niet op het strand te vinden is. In de winter is hij daarentegen in Nederland, hoe toepasselijk, aan het strand te zien. De strandleeuwerik is te herkennen aan zijn geel zwarte gezicht en zwarte pluimpjes op zijn kop.
Taigarietgans. Te zien.
Toendrarietgans deze maand nog te zien.
Topper. Te zien.
Torenvalk. Met hun staart geven ze aan waar de wind naar toe waait. Jaar vogel!
Tureluur te zien wassen bv.
Turkse tortel kan gaan broeden.
Veldleeuwerik te zien. Nog maar weinig.
Vink. Vinkenslag na half januari weer te horen.
Vuurgoudhaantjes te zien. Kan een invasie zijn.
Waterpieper. Te zien.
Wilde zwaan. Te zien.
Zanglijster Scandinavische (voor het eerst gehoord bij de Stouwevijver)
Zeearend, witte staart en gele snavel, is te zien in b.v. de Oostvaardersplassen.
Zeekoet. Te zien langs onze Noordzeekust.
Zomertaling. Soms eind februari al te zien.
Zwarte zee-eend. Te zien.
Voorjaarsmestkever komt tevoorschijn.
Bevers beginnen aan hun bronsttijd.
Bevers schillen de bast van wilgen om hun honger te stillen.
Das. De das is drachtig. Februari – maart werpen ze haar jongen. Ze kan al veel eerder bevrucht zijn, maar “bewaart” de eicel tot januari.

Zoogdieren

Dwergvleermuis kan op “warme” winterdagen ontwaken uit de winterslaap.
Dwergvleermuizen beginnen aan hun winter. Vliegen niet als het koud is en kruipen weg onder dakpannen.
Eekhoornjongen kunnen geboren worden.
Eekhoorns planten zich voort.
Eikelmuis in winterslaap.
Hazelmuis slaapt tot april.
Konijnen beginnen met de voortplanting.
Schotse hooglanders eten van de braambladeren. De bovenste bladeren kunnen ze niet bij. Je kunt dan zien wie er aangezeten heeft.
Wild zwijn is drachtig.

Amfibieën

Bruine kikker (eerste individu op land, eerste individu in water)
Groene kikker (eerste individu op land, eerste individu in water)
Hazelworm in winterslaap.
Kleine watersalamander (eerste individu in water)
Kleine watersalamander is in het broedkleed.
Watersalamander. Tijdens warme winters begint de kleine watersalamander aan de voortplanting.

Insecten

Steekmug. Je kunt gestoken worden door een steekmug.

Libellen

Noorse en de Bruine winterjuffers zijn te zien.

Mossen

Gewoon gaffeltandmos groeit op zanderige glooiingen en boomstammen.
Gewoon sterrenmos vormt voortplantingsorgaantjes.

Paddenstoelen

Blauwvoetkaalkopje groeit op oude paardenvijgen.
Fluweelpootje te zien op dode stronken.
Gele trilzwam is te zien op takken. Het kan ook een gele hersentrilzwam zijn.

Vissen

Maanvissen spoelen soms aan aan de kust.
Stekelrog. De eieren van de stekelrog zijn te vinden op het strand.

Schimmels

Kans op ijshaar.
Het vreemde verschijnsel op de foto kan je nu af en toe in de bossen aantreffen, als de temperatuur rond het vriespunt ligt of er net iets onder. Maar wat is het precies? Het heet ijshaar, en groeit vooral op dood eikenhout. In dat hout moet voldoende vocht zitten én er

een schimmel in groeien. Door de activiteit van de schimmel is de temperatuur in het hout iets hoger dan erbuiten. Daardoor wordt het vocht naar buiten geperst en als het net een beetje vriest, dan bevriest het water zodra het buiten het hout komt. IJshaar groeit dan ook van onderaf aan en kan wel tien centimeter lang worden. Je moet er snel bij zijn, want als de temperatuur even stijgt, dan is het verschijnsel weg. Eén van deze dagen kan het bij een beetje vorst weer optreden. Houd het in de gaten!